Door: Anaïs Banzira.
Het zal je als automobilist niet ontgaan zijn dat steeds meer gebieden in Utrecht moeilijker met de auto te bereiken zijn. Dit is onderdeel van het mobiliteitsplan van de gemeente, die in grote lijnen moet leiden tot een afname van het autoverkeer, vooral in kwetsbare gebieden. De gemeente Utrecht zet in op groei van fietsen en een afname van het autoverkeer.
Vlak achter de Voorstraat, ligt de Kalverstraat. Een korte, smalle straat die door het overschot aan fietsen nauwelijks ruimte biedt aan automobilisten. Als bewoner is het daar vaak lastig je woning te bereiken, ervaart Jonathan Van Luijn. “Gelukkig is dat voor mij maar een enkele keer, want zo vaak gebruik ik m’n auto niet. Vanuit hier kan ik lopend naar de supermarkt en naar mijn werk op de Voorstraat. Vrijwel alles wat ik nodig heb is op loopafstand te bereiken. Voor ritjes in de stad hoef ik de auto niet te gebruiken, omdat dat te lang duurt. Ik hoef niet naar veel plekken. Als ik lange afstanden moet reizen naar bijvoorbeeld familie of vrienden, kies ik m’n auto. Het is comfortabeler en bovendien stap ik er zo in. Sneller dan dat ik bij het openbaar vervoer ben.”
Jonathans woning beschikt over een garage waar hij zijn auto in kwijt kan. Ondanks het feit dat hij zijn auto kwijt kan in zijn garage, ervaart hij niet als bewoner, maar als Utrechtse ondernemer wel dilemma's met betrekking tot het aantal parkeerplekken in zijn woonomgeving. Vooral op de Voorstraat, waar de toekomstige eigenaar van beddenspeciaalzaak Nachtleven werkt. “De herinrichting van de Voorstraat zorgde ervoor dat er meer ruimte is gemaakt voor voetgangers, bomen en fietsrekken. Daar ben ik positief over, want de straat is een stuk uitnodigender geworden”, zegt Van Luijn.
'Wat ik wel jammer vind is dat er veel parkeerplekken weg zijn’
“Wat ik wel jammer vind is dat er veel parkeerplekken weg zijn’, vervolgt Jonathan.  “Er waren al weinig parkeerplekken, maar nu zijn het er nóg minder. Veel parkeerplekken worden voor elektrische auto’s gereserveerd. Overigens zijn deze bijna altijd leeg. Sommige klanten komen met de auto naar mijn zaak en hebben dan moeite met het vinden van een parkeerplek. Er zijn geen parkeergarages in de buurt van de Voorstraat. De dichtstbijzijnde is de parkeergarage die van de Bijenkorf. En de ander in de buurt van Mariaplaats” vertelt hij.
De groei van Utrecht, brengt de nodige aanpassingen in de  infrastructuur met zich mee.  Sterker nog, het autobezit  groeide het afgelopen jaar harder dan het inwoneraantal. Opvallend gezien de stad steeds onvriendelijker wordt voor auto’s. De gemeente Utrecht meent dat er met een totaal van 108.447 particuliere personenauto’s, Utrecht per 1.000 inwoners 302 personen auto’s heeft. De afgelopen jaren waren dat er 295 per 1.000. Desondanks past de gemeente de infrastructuur niet aan op deze groei.
 “Daarbij vind ik het niet altijd heel even haalbaar om het nóg autoluwer te maken in de binnenstad. Je hebt nou eenmaal veel winkels en restaurants die ook gewoon hun spullen aangeleverd moeten blijven krijgen. Ze proberen ondernemers tegemoet te komen met Cityhubs.” Dit zijn veelal elektrische bestelauto’s of fietskoeriers met containers van een kubieke meter. Ze worden in gebruik genomen voor binnenstedelijke distributie, maar die zijn voor veel winkels niet toereikend. “Stel dat ik 10 à 20 matrassen binnenkrijg, kan ik die niet kwijt in een cityhub. Dat is leuk voor bijvoorbeeld een boekenwinkel, maar er zijn genoeg zaken die daar niet mee uit de voeten kunnen.
Op zich ben ik zeker pro-fietsstraat, omdat het over het algemeen voor de doorstroming van het verkeer niet eens gek veel uitmaakt en het straatbeeld wel positief beïnvloedt”, zegt Jonathan. Jonathans woon-werk situatie is uitzonderlijk ideaal, want niet iedereen woont zo dichtbij zijn werk. 
Sarah Finn woont op de Maliestraat. Vanuit haar huiskamer kijkt ze uit op de busbaan op de Biltstraat, waar om de paar minuten een bus voorbijraast. Ze werkt in Rotterdam. Door de ligging van haar huis aan knooppunt de Berenkuil, kun je de snelwegen A2/A12 en A27/A28 makkelijk bereiken.  Desondanks fietst ze elke ochtend naar Utrecht Centraal om vanaf daar de trein naar Rotterdam te pakken. Omdat zij en haar man de auto zo weinig gebruiken, denken ze er wel eens over na om afscheid te nemen van de auto.  “Wij gebruiken de auto bijna nooit. Ik zou eerlijk gezegd ook niet eens weten waar hij nu geparkeerd staat. Mijn man werkt ook in Utrecht en gaat altijd op de fiets naar zijn werk. Bijna alles is wel met de fiets te bereiken. Als we er een avond op uit willen, zijn we zo in de stad. Maar ook naar de supermarkt en  vrienden gaan we op de fiets. We gebruiken de auto als we met z’n allen op familiebezoek in Engeland gaan. Die auto is niet nodig en zouden we mogelijk kunnen afstaan. En als we dan wel een keer een auto nodig hebben, is deelmobiliteit een goede oplossing.
Wat zijn de plannen voor mobiliteit in een alsmaar groeiende stad Utrecht? Met die vraag in gedachten hebben studenten van de Hogeschool Utrecht Gijs Bol, Thimo Meulendijk, Annika Verdam, Lara de Boer, Anaïs Banzira, Daan Snoeks en Fien van Snippenberg tien weken gewerkt vanuit HUB Utrecht. Daar is deze productie onderdeel van. Meer werk is te vinden in dit dossier.
Back to Top