Door: Gijs Bol
Er is een groot tekort aan woningen in Utrecht. Polder Rijnenburg biedt volgens de VVD een uitkomst. Maar wat Groenlinks betreft moeten er eerst goede openbaar vervoersverbindingen komen en kan dan pas begonnen worden met bouwen.
In Polder Rijnenburg waan je je nu nog ver van de stad. Aan de horizon is de hoogbouw in het stationsgebied zichtbaar. In de directe omgeving zie je uitsluitend boerderijen en landerijen. Het gebied oogt landelijk. Enkele omgekeerde Nederlandse vlaggen langs de weg bevestigen de verwantschap met het platteland. 
Het gebied oogt weliswaar landelijk, toch wordt het omsloten door twee van Nederlands drukste snelwegen: de A2 en A12. In de ‘oksel’ van deze snelwegen zou één van de oplossingen kunnen liggen voor het groeiende woningtekort van Utrecht. Deze snelwegen creëren tegelijkertijd een gigantisch obstakel. De A2 en A12 sluiten Rijnenburg - als een onnatuurlijke barrière – af van Leidsche-Rijn en Nieuwegein. Het Amsterdam-Rijnkanaal vormt het volgende obstakel dat de toekomstige wijk afscheidt van de stad. 
Het is dan ook de vraag hoe een Utrechtse wijk zo afgesloten van de stad toch Utrechts gemaakt kan worden. De A2 en A12 lopen al over van het verkeer en op dit moment zijn er nog nauwelijks manieren om de polder goed aan te sluiten op het stads-openbaar vervoer.
In 2020 presenteerde de VVD toch een initiatiefvoorstel om zo snel mogelijk te kunnen beginnen met de bouw in Rijnenburg. Bouwen vanaf 2035 is wat de partij betreft te laat en onnodig laat. In het plan stelt de partij voor om binnen vijf jaar te beginnen met stapsgewijs bouwen om te kunnen voldoen aan de gigantische vraag naar woningen. 
Gemeenteraadslid Gertjan te Hoonte schreef mee aan het initiatiefvoorstel en ziet bouwen in fases met passend vervoer als een goede uitkomst: "In Rijnenburg zou je wat ons betreft prima kunnen starten met hoogfrequent vervoer met de bus en dan kun je daarna kijken of je dat kan uitbreiden."
Voor Groenlinks Utrecht is dit echter niet onderhandelbaar. De partij wilde in beginsel helemaal niet bouwen in de polder. Gemeenteraadslid Fred Dekkers erkent dit: "In die zin hebben wij in het coalitieakkoord niet onze zin gekregen, want als het aan ons ligt wordt daar helemaal niet gebouwd. En als daar wordt gebouwd moet het ov in ieder geval goed geregeld zijn."
Het verschil in opvattingen tussen de VVD en Groenlinks kwam vorige maand in een debat van de Commissie Mobiliteit, Groen en Openbare Ruimte illustratief aan de oppervlakte. Na een uitspraak van Dekkers stelde VVD-fractievoorzitter Marijn de Pagter hem de vraag waarom Groenlinks een tegenstander is van tijdelijke woningbouw in Rijnenburg. Dekkers reageerde hierop met: "Wij zijn tegen een autowijk Rijnenburg en als we tijdelijke woningen realiseren die daarop voorsorteren, dan zijn wij daar faliekant tegen." Waarop de Pagter verbaasd reageerde: "Maar op het moment dat er dus duizenden tijdelijke woningen kunnen worden neergezet op een plek in onze stad waar heel veel behoefte aan is dan zegt Groenlinks op voorhand al dat ze dat niet willen op die plek." "Nee, klopt", reageerde Dekkers resoluut. Hierop sneerde de Pagter: "Ik constateer dat Groenlinks absoluut niet bijdraagt aan het woningtekort in Utrecht, voorzitter."
Voor Groenlinks is bouwen in Rijnenburg al een compromis, een compromis waar een hele duidelijke voorwaarde aan verbonden is: eerst goed openbaar vervoer, dan pas bouwen. Want als er in de polder een wijk verrijst, dan mag dit volgens Dekkers absoluut geen autowijk worden en om dat te voorkomen moet het openbaar vervoer eerst in orde zijn. Dekkers is bang voor een nieuw Leidsche Rijn-scenario: "We hebben een ervaring met Leidsche Rijn. Daar is eerst gebouwd en daarna kwam het ov."
Groenlinks stelt dan ook als voorwaarde dat er een tramverbinding wordt aangelegd tussen Utrecht Centraal en Rijnenburg. Een tramverbinding die deels ondergronds moet komen te liggen. Want alleen dan kan de wijk goed ontsloten worden. Dekkers gelooft niet in een ontsluiting zonder tram: "De capaciteit van een tramlijn is nou eenmaal groter dan die van bussen en als je dat ook nog ondergronds doet heb je de ellende als het ware weggestopt."
Volgens de VVD kan er dus best gestart worden met de tijdelijke bouw van een paar duizend woningen. De wijk kan dan ook met passend openbaar vervoer ontsloten worden. Gemeenteraadslid Te Hoonte: "Als je een busje heen en weer laat rijden tussen het centraal station en deze wijk, dan kan dat busje de rit twee tot drie keer per uur maken en is er een prima verbinding."
Maar juist in dat soort tijdelijk oplossingen ziet Dekkers niets: "Als je houtje-touwtje oplossingen doet, met een tijdelijke buslijn en alvast wat huizen, dan zit je al heel snel in een andere route en waar ga je dan die tijdelijke huisvesting zetten? En hoe zorg je dat het in lijn wordt gebouwd met de inrichting van Rijnenburg?"
De VVD heeft niet direct antwoord op deze vragen, maar ziet het realiseren van woningen als eerste prioriteit. Ook ziet de VVD het probleem niet van een wijk waarin mensen auto’s bezitten: "Er komt altijd automobiliteit bij, dat is een gegeven wat ons betreft, je moet daar gewoon je infrastructuur op inrichten, mensen gebruiken de auto en dat is prima", aldus De Pagter. 
Er is echter een geheel andere reden de auto te weren uit Rijnenburg: de A2 en A12 zijn al overvol. Uit onderzoek blijkt dat de snelwegen de drukte niet aan zouden kunnen die een autowijk Rijnenburg met zich meebrengt. Een aanzienlijk deel van de Utrechters werkt in Amsterdam, dus dit zal waarschijnlijk ook gelden voor de aanstaande bewoners van Rijnenburg. En juist de ov-verbinding met Amsterdam is vanuit Rijnenburg moeilijk te organiseren. Toch wordt in een ontwerpstudie die begin 2022 werd gepresenteerd gewaarschuwd voor dit probleem. Voor auto’s is geen ruimte, zeker niet als die richting Amsterdam moeten. Dus naast de ideologisch gedreven motieven van Dekkers is een autowijk in Rijnenburg ook organisatorisch moeilijk realiseerbaar. 
Dus moet er een tram komen. En om te voorkomen dat de wijk in de tussentijd al wordt opgezet als autowijk, wordt er daarna pas begonnen met de bouw. Daarna hoopt Dekkers dat er een toekomstbestendige duurzame wijk zal verrijzen, met weinig ruimte voor de auto en veel ruimte voor mens en groen: "Als je compact gaat bouwen, met een aantrekkelijke openbare ruimte en een tramlijn maakt, versterkt elkaar dat. Je hebt de woningen om de tram te voeden en als mensen kiezen voor het OV, dan kun je meer kiezen voor een autoluwe inrichting."  
In de ontwerpstudie die begin vorig jaar werd gepresenteerd worden verschillende scenario’s onderzocht voor Rijnenburg. Het scenario Klein Rijnenburg kwam hierna als winnaar uit de bus. Dat betekent dat vanaf 2035 ongeveer 22 duizend woningen gebouwd worden in de polder. Er komt een tramverbinding die verrijst met Utrecht Centraal, met twee tot drie stops in Rijnenburg. Deze tramverbinding is deels ondergronds, maar is toch geen metro zo vertelt Dekkers: "Voor een metro heeft hij te veel stops. Het is een tram die ten behoeve van de doorstroom van het verkeer ondergronds wordt gelegd." Bovenin de polder, daar waar hij grenst aan de A12, komt een energielandschap om de stad van duurzame energie te voorzien.
Maar ook over dit energielandschap zijn Groenlinks en de VVD het niet eens. Groenlinks heeft in de plannen bedongen dat er wordt gekozen voor acht gigantische windmolens. De VVD vraagt zich af of er wel is nagedacht over de potentiële impact van de windmolens. Het zou voor bewoners van Rijnenburg hinderlijk kunnen zijn om dagelijks het geluid en aanzicht van zulke kolossen te moeten aanschouwen. De VVD ziet dan ook liever een zonneweide in het energielandschap. Dit wijst Dekkers op zijn beurt resoluut af: "Een windmolen levert gewoon ontzettend veel meer op dan een zonneweide."
Maar ook als er in Rijnenburg een tramverbinding, windmolens en woningen komen, is het succes van de wijk als duurzaam voorbeeld nog niet gegarandeerd. In de ontwerpstudie wordt een vergelijking gemaakt met de Amsterdamse wijk IJburg. Een wijk die veel beter verbonden is met Amsterdam dan Rijnenburg ooit zou kunnen met Utrecht. En in die wijk, met al zijn ov-voorzieningen, ligt het aantal verplaatsingen met de auto maar net iets onder de vijftig procent. Het lijkt dan ook een illusie om te denken dat de auto echt te weren is uit Rijnenburg, hoe graag Groenlinks dat ook zou willen. De polder is en blijft een heet hangijzer en zal de komende jaren nog voor zat commotie zorgen. 
Wat zijn de plannen voor mobiliteit in een alsmaar groeiende stad Utrecht? Met die vraag in gedachten hebben studenten van de Hogeschool Utrecht Gijs Bol, Thimo Meulendijk, Annika Verdam, Lara de Boer, Anaïs Banzira, Daan Snoeks en Fien van Snippenberg tien weken gewerkt vanuit HUB Utrecht. Daar is deze productie onderdeel van. Meer werk is te vinden in dit dossier.
Back to Top