Door: Fien van Snippenberg 
Als een van de grootste steden van Nederland, verandert Utrecht snel en hard. Om de stad voor iedereen zo bereikbaar en toegankelijk mogelijk te houden heeft de gemeente een mobiliteitsplan opgesteld. Een belangrijk punt hierin is de toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor iedereen. Met de komst van een landelijk bestuursakkoord eind vorig jaar moet het openbaar vervoer zowel voor mensen die zowel fysiek als mentaal beperkt zijn eenvoudiger te bereiken zijn. Met deze ontwikkeling is het de vraag hoe Utrechters met een functiebeperking het openbaar vervoer nu ervaren. 
Trein
Als je met een functiebeperking met de trein wilt reizen, kan je de NS vragen om een ondersteunende medewerker. Prettig, maar in de praktijk blijkt dit lang niet altijd even vlekkeloos te verlopen. Hanna van Kruistum gebruikt een rolstoel en vindt de trein vooral gedoe: "Ik moet twee uur van tevoren een treinreis boeken en dan aangeven waar ik heen wil en vanaf waar. De meeste treinen kan ik namelijk niet zelf in, omdat de trein dan hoger ligt dan het perron. Ook strandt er wel eens een trein en dan is er niemand om je te helpen. Het is vervelend dat je niet spontaan kunt reizen, je bent altijd afhankelijk van een ander en moet alles plannen. Je zelfstandigheid komt daarmee in het gedrang." Michiel ervaart de trein anders. Hij is visueel beperkt en voor hem werkt de trein over het algemeen goed, maar ook hij stuit soms op moeilijkheden: "Ik heb een blindengeleidehond die mij goed helpt. Wat ik wel echt mis is het omroepen in de trein. Ik weet niet aan welke kant ik moet uitstappen, als dat wordt omgeroepen zou dat heel prettig zijn. Duitsland doet dit bijvoorbeeld heel goed. Verder is het gebruik van sprinters voor mij soms wel lastig, dan kan ik de opening niet vinden, omdat die deuren altijd meteen dicht gaan."
Ook als het gaat om de medewerking van het NS-personeel valt er nog veel aan te merken. Hanna maakt vaak genoeg mee dat de assistentie niet komt opdagen. "Ik heb vernomen dat deze dienst erg slecht betaalt, dus dan wachtte ik op niemand. Dan moet ik het hebben van vriendelijke medereizigers." Waar Michiel vroeger altijd kon rekenen op hulp van de NS, vindt hij tegenwoordig dat er een potje van wordt gemaakt: “De hulpvaardigheid is naar mijn idee de afgelopen jaren enorm afgelopen. Laatst stond ik bij de poortjes op Utrecht Centraal en ging ik door het verkeerde poortje. Ik hoorde later van een vrouw die mij hielp dat er gewoon NS-medewerkers naast stonden, maar die hielpen niet. En soms kunnen ze me helpen tot ‘het eind van het station, verder mag ik niet’, dat was tien jaar geleden echt anders. Daar kan ik me wel kwaad over maken.”
Bus
De bus is niet weg te denken uit Utrecht. Als je niet fysiek beperkt bent, is het een handig vervoersmiddel. Voor Michiel is dit anders, hij maakt regelmatig mee dat bussen doorrijden op Utrecht Centraal: "Soms stoppen er meerdere bussen bij een halte, maar dan rijden ze niet allemaal door naar het begin. Ik zie dat niet. Ik maak wel eens mee dat de bussen dan doorrijden. En ik dus mijn bus mis." Hanna kan gelukkig bij elke bushalte komen met haar rolstoel: "Dit komt mede dankzij de elektrische ondersteuning in mijn wielen. Ik kom makkelijker stoepjes en hellinkjes op en af. Maar als het heeft gesneeuwd of het is glad… Tsja. Dan kom ik bij geen enkele halte."
Soms voelt Hanna zich ‘te veel’ als busreiziger: "Sommige bussen hebben nog niet een automatische plank. Dan moet de buschauffeur van zijn plek komen om de plank uit te leggen. Ik heb dan vaak chagrijnige buschauffeurs die jou zien als een last. Zij weten van te voren namelijk niet dat ik daar sta. Als ze dan al vertraging hebben, dan ben ik een extra stressfactor. Het vervelende is dan, dat er een service wordt aangeboden en jij je toch opgelaten voelt. Het is niet ontspannen om op die manier te reizen." En ook Michiel vindt buschauffeurs vaak onwetend of onvriendelijk: "Vroeger als ik een bus instapte vertelde een buschauffeur gelijk welke lijn het is en waar de bus heen gaat. Tegenwoordig communiceren buschauffeurs amper. Zeker bij U-OV vind ik het vaak erg slecht. En als ik het vraag krijg ik ook wel eens terug dat de buschauffeur de haltes niet kent. Vroeger leerde buschauffeurs bij hun opleiding dat je altijd even moet vertellen waar je heengaat als er een blind of slechtziend persoon instapt."
De tram werkt voor Michiel het beste als het gaat om het openbaar vervoer: "De tram werkt perfect voor mij. Hij rijdt vaak, de omroep is helder en het is gelijkvloers. De tram is wel heel stil, dus soms hoor ik ‘m niet aankomen, dan zijn trambestuurders vaak heel welwillend om even op je te wachten. Het enige jammere is dat ‘ie in het weekend niet rijdt. Dat zou top zijn." 
Medereizigers
Anno 2022 zijn veel reizigers vooral bezig met zichzelf en hun telefoon. Niets mis mee, maar mensen met een functiebeperking zijn soms afhankelijk van de hulp van medereizigers. "Als ik mensen direct aanspreek, helpen ze eigenlijk altijd wel. Dan moet ik ze wel eerst vinden, maar dat is een kwestie van mijn stok uitsteken. Over het algemeen denk ik wel dat mensen mij minder vaak in de gaten hebben, doordat reizigers vaak continu bezig zijn met hun telefoon. Laatst had ik ook dat ik een lift instapte en dat een man aan het bellen was, die liep zowat door me heen. Toen dacht ik wel: ‘Wie is hier nou blind?’. Maar ik had ook vorige week nog in de tram dat iemand mij meteen op mijn schouder tikte van ‘hier is nog plek’. Het verschilt per dag", vertelt Michiel. Hanna vindt dat medereizigers meestal wel rekening met haar houden. Soms is het wel benauwd: "In een volle bus kan het soms wel eng zijn. Je zit lager en mensen zien je dan soms over het hoofd. Ik heb ook wel eens gehad dat een man mijn rolstoel echt aan de kant duwde. Ik denk niet dat hij doorheeft dat dat eigenlijk hetzelfde is om iemand die staat zo maar een por te geven."
Frequentie
"Als een trein bij mij uitvalt, zorgt dat echt voor problemen. Dan strand ik bijvoorbeeld op een ander station en dan is er niemand die mij kan helpen. Ik heb het idee dat mensen met een functiebeperking zeker meer last hebben van het tekort aan personeel in het OV. Wij zijn meer afhankelijk van hen", aldus Hanna. Ook voor Michiel is het belangrijk dat het OV frequent rijdt: "Je hebt bussen die soms maar twee keer per uur gaan. Dat kan echt niet. De reclame die wordt gemaakt om dan bijvoorbeeld een OV-fiets te pakken is niet voor mij, want ik kan niet fietsen. Op zulke momenten merk je dat je echt afhankelijk bent van het OV. Daarnaast heb je veel lijnen die ‘s avonds of in het weekend niet rijden. Laatst was ik gestrand bij de Nicolaïkerk, waar ik heen was gekomen met lijn 2. Bleek dat ‘ie ‘s avonds niet meer reed. Gelukkig was ik met iemand die mij toen kon helpen. Maar goed, anders had ik daar gestaan."
Utrecht, dit doe je goed
Er zijn ook aspecten in het OV die goed werken voor Hanna en Michiel. Zo is de elektrische plank in de bus voor Hanna ‘echt een uitvinding’. Voor Michiel zijn de haltepalen bij de bushaltes prettig. Daarnaast denkt hij dat de frequentie en toegankelijkheid in de stad beter is dan de steden en dorpen eromheen: "In Zeist merk ik bijvoorbeeld dat er veel onduidelijkheid is wanneer de bussen rijden. Daarnaast kun je online de OV-informatie vinden. Dat werkt voor mij heel goed."
Utrecht, dit doe je niet zo goed
Utrecht kan nog altijd verbeteren in een hoop dingen. Zo moet volgens Michiel de omroep in zowel trein als bus duidelijker zijn: "Buschauffeurs zetten ‘m wel eens uit, dat is niet handig. En soms klopt ‘ie ook niet. Daarnaast zou het fijn zijn als chauffeurs aangeven welke lijn ze zijn en welke richting ze op gaan. Bussen moeten bij de halte allemaal wel vooraan stoppen. Niet alleen de eerste bus. Door de rijtijden en targets die gehaald moeten worden, merk ik ook dat bussen vaak veel te hard rijden en hun rijgedrag slechter wordt. Dat zorgt ervoor dat mijn hond en ik wel eens onderuit gaan." Voor Hanna is het belangrijk dat alle treinen toegankelijk zijn en ze hoopt dat de assistentie ooit niet meer nodig is: "Het is vervelend om afhankelijk van hen te zijn. Ik wil mijn zelfstandigheid in het OV terug. Ik gebruik nu de auto in plaats van dat ik het OV gebruik, omdat het me te veel stress opleverde. Het liefst had ik dat anders gezien."
Wat zijn de plannen voor mobiliteit in een alsmaar groeiende stad Utrecht? Met die vraag in gedachten hebben studenten van de Hogeschool Utrecht Gijs Bol, Thimo Meulendijk, Annika Verdam, Lara de Boer, Anaïs Banzira, Daan Snoeks en Fien van Snippenberg tien weken gewerkt vanuit HUB Utrecht. Daar is deze productie onderdeel van. Meer werk is te vinden in dit dossier.
Back to Top